Damvereniging van Stigt Thans deed goede zaken tijdens de tweede ronde van de nationale competitie. Directe concurrent Hijken werd in het verre Drente met 13-7 resoluut van het bord gezet. Concurrent Huissen struikelde met 10-10 over Arnhem. Degradatiekandidaat Hoogeveen gaat op bordpunten verrassend aan de leiding. Maar dat blijft niet voortduren. De enige concurrent is Wageningen, die zich ontfermd heeft over enkele spelers van het gestopte Culemborg. Maar Wageningen wacht nog op de eerste serieuze test na twee grote overwinningen op degradatiekandidaten.
Oekrainse grootmeester Vadim Virny won zijn partij
De 13-7 overwinning in een verre uitwedstrijd tegen Hijken mag verrassend genoemd worden. Dit jaar is Schiedam veel sterker. Maar een belangrijke factor is, hoe het zit. Pas bij het oproepen van de spelers weet je wie er tegen elkaar zullen komen. Beide supergrootmeesters Gantwarg en Virny zaten op een sterke hoofdklasser. Beiden giganten waren zeer gemotiveerd, want de eerste wedstrijd was het niet gelukt. Nu was het al kort na de opening duidelijk, dat de hoofdklassers een zware dag zouden hebben. Ze hielden nog stand tot het late middenspel, maar toen stonden twee echte Schiedamse winstpartijen op het scorebord.
De eerste vijf borden van Hijken (met wereldkampioen Roel Boomstra in hun midden) haalden samen slechts 1 punt.
Het was niet duidelijk waar Hijken deze achterstand kon goedmaken. Vooral omdat nog andere spelers zwaar onder druk stonden. De jeugdspeler Mateo Boxum, eigenlijk nog wat te jong voor dit geweld, werd na een uitstekende opening verrast door een schitterend strategisch offer van Anton van Berkel. Niemand weet of het correct was. Een schijnbaar verloren stelling van de Schiedammer werd daarmee omgetoverd in een zwaar belegerde vesting voor de jeugdspeler. Stoïcijns verdedigde Mateo zijn stand, maar ging in het eindspel alsnog ten onder.
Teamleider Rob Clerc wist net niet van grootmeester Domchev te winnen
Bij een stand van 10-4 voor Schiedam wist Ron Heusdens met een gelukje in een goed eindspel internationaal grootmeester Hans Jansen te verschalken. Daarna waren er nog twee partijen, die gespeeld werden voor de statistiek. Frits Luteijn had een uitstekende partij gespeeld. Hij bereikte een kansrijk eindspel. Het hing erom of het gewonnen of remise was. Hij speelde op het beslissende ogenblik de verkeerde vrijpion en moest berusten in remise. Emre Hageman was ondertussen aan het vechten voor lijfsbehoud tegen internationaal grootmeester Martin Dolfing. Hij miste een remise in het late middenspel en een in het vroeg eindspel. Daarna vocht hij twee uur lang met bewonderenswaardige vechtlust door, maar moest alsnog in een nederlaag berusten.
Voor partijen en analyses eerste tiental, zie http://www.luteyn.net/damclub/2023/index.html
Stand ereklasse, stand 1e klasse B
In de uitwedstrijd tegen Witte van Moort kon het tweede tiental het eerste punt in de competitie laten bijschrijven. De gastheren kwamen al snel op een voorsprong door een overwinning van Martijn de Leeuw op Geert Prinsen. Die voorsprong hield lang stand tot het moment dat Damien Aligna tegenstander Herman Hilberink aan de zegekar bord. Daarmee werd het 7-7. De drie resterende werden remise, waaronder een prima punt van Edwin de Jager tegen Marino Barkel. De volgende wedstrijd voor het tweede is de uitwedstrijd tegen DES Lunteren. Op papier een wedstrijd die gewonnen moet kunnen worden.
Het derde leed een teleurstellende 9-7 nederlaag in de uitwedstrijd tegen DES Lunteren 3. Op veel borden was (groot) ratingvoordeel maar dat is niet altijd garantie voor succes, zo bleek nog maar eens. Het enige lichtpuntje in deze wedstrijd was de tweede overwinning op rij voor Gerrit van Mastrigt. Volgende wedstrijd tegen de Haarlemse Damclub zal het wel beter moeten van Schiedamse kant.
Hijken DTC – Van Stigt Thans 7-13
Henk Kalk (1255) – Anatoli Gantvarg (1515) 0-2 4
Roel Boomstra (1582) – Hein Meijer (1416) 1-1 3
Hans Jansen (1426) – Ron Heusdens (1457) 0-2 7
Matheo Boxum (1224) – Anton van Berkel (1448) 0-2 9
Leo Faber (1292) – Vadim Virny (1515) 0-2 2
Martin Dolfing (1485) – Emre Hageman (1263) 2-0 10
Aleksej Domchev (1442) – Rob Clerc (1505) 1-1 5
Jan Ekke de Vries (1338) – Frits Luteijn (1365) 1-1 8
Wouter Sipma (1492) – Jitse Slump (1514) 1-1 1
Auke Scholma (1452) – Casper Remeijer (1383) 1-1 6
Witte van Moort – Van Stigt Thans 2 10-10
Bert Aalberts (1350) – Walter Thoen (1243) 1-1 5
Thijs van den Broek (1336) – Thomy Lucien Mbongo (1416) 1-1 4
Martijn de Leeuw (1379) – Geert Prinsen (1285) 2-0 1
Gil Salomé (1381) – Peter van der Stap (1286) 1-1 6
Yuen Wong (1367) – Jeroen Kos (1340) 1-1 10
Gerbrand Hessing (1278) – Waldo Aliar (1284) 1-1 8
Herman Hilberink (1279) – Damien Come Aligna Messinga (1445) 0-2 7
Peter Hoopman (1336) – Ton Burgerhout (1281) 1-1 3
Jan van Dijk (1403) – Christian Niami (1411) 1-1 2
Marino Barkel (1439) – Edwin de Jager (1277) 1-1 9
DES Lunteren 3 – Van Stigt Thans 3 9-7
Robbert Westerink (1093) – Gerrit van Mastrigt (1212) 0-2 5
Arjan van Galen (1264) – Kees Romijn (1259) 1-1 3
Bram Cysouw (1067) – Hans Lansbergen (1206) 1-1 1
Marinus Willemsen (1097) – Tiny Mous (1168) 2-0 7
Chris Versteegen (1036) – Guido van den Berg (1254) 1-1 6
Jan Cysouw (863) – Peter Lansbergen (1038) 1-1 4
Cees van den Bosch (965) – Wim Heuvelman (956) 2-0 2
Wim Schaafsma (980) – Ron Bolderheij (836) 1-1 8