Door een of ander wonder kon ook de tweede ronde van de nationale damcompetitie ongeveer als gepland doorgang vinden. Vier van de zes wedstrijden in de ereklasse werden gespeeld. Rotterdam heeft zich helemaal teruggetrokken. Kampioenskandidaat Culemborg, meldde vrijdagmiddag op het laatste ogenblik, dat ze geen representatief team op de been konden brengen.
Het gevolg was dat het tweede van Stigt Thans zonder te spelen twee wedstrijdpunten kreeg. Het eerste kwam in de reguliere wedstrijd tegen Damlust niet verder dan een teleurstellend gelijkspel.
Het wordt dit jaar een uitzonderlijke competitie. Om de druk een beetje van de ketel te halen heeft de KNDB besloten dit jaar geen degradatie toe te passen. Wel is er promotie als er tenminste 60% van de partijen gespeeld is. Dat kan er theoretisch gezien toe leiden, dat er volgend jaar 14 verenigingen in de ereklasse zitten. Op het ogenblik wordt meer dan 60% gespeeld. Evenwel als de laatste ronden van de competitie helemaal niet gespeeld zouden kunnen worden, dan is het een ander verhaal. Ook zijn er verschillen tussen beide hoofdklassen. In de ene wordt vrijwel alles gespeeld in de ander is er flinke uitval.
Een van de gevolgen van de reisbeperkingen en de verscherping van de maatregelen is, dat Schiedam besloten heeft het derde team uit de competitie terug te trekken. Zaterdag waren daardoor i.p.v. 48 spelers slechts 16 spelers aanwezig in Gebouw de Ark. Alleen het eerste trad normaal aan in de reguliere wedstrijd tegen Damlust. Ieder bord had een zee van ruimte. De meeste speelden met mondkapje. Dat is niet verplicht, maar wordt wel geadviseerd. De spelers moeten anderhalve meter houden. Dat werd bereikt door tijdens het spelen aan beide zijden van het bord 30 cm extra ruimte aan te houden.
Het werd helaas een teleurstellende gelijkspel. De Schiedammers zijn veel sterker. Maar het zat niet goed. De opstelling is in sterke mate bepalend voor de vraag of er voldoende beslissingen vallen. Rob Clerc en Anatoli Gantwarg zaten tegen twee toppers van Gouda. Dat is niet gunstig. Elke speler van het team moet sterk genoeg geacht worden om spelers als Ben Provoost en Erwin Prosman op remise te houden. Daar hoef je niet met de twee sterkste spelers tegen te gaan zitten. Wel gunstig zat Jitse Slump tegen grootmeester Martijn van IJzendoorn. Dat werd een probleemloze remise. Op de andere borden was er overal een flink krachtsverschil. maar bijna nergens sloeg het door.
Nadat voorzitter Frits Luteijn de schijnbaar beslissende overwinning had geboekt, liep Casper Remeijer in een simpel zetje. Dit type combinaties is meerdere malen getoond op de masterclass van Anatoli Gantwarg. Hij had voldoende tijd. Er was geen enkele reden om erin te lopen. Hij kon direct opgeven. Daarna sloeg nergens nog het voordeel van de Schiedammers om in een echte winstpartij. Hein Meijer moest zelfs vechten voor de remise evenals gedurende het klassieke middenspel Ron Heusdens.
Anton van Berkel speelde een monsterpartij met meer dan 90 zetten. Hij slaagde erin een eindspel te bereiken met drie dammen en een schijf tegen een enkele dam met twee ver opgerukte losse stukken. Er werd tot remise besloten, omdat hij niet kon voorkomen, dat zijn tegenstander een tweede reddende dam kreeg. Op internet werd aangegeven, dat hij het verkeerde eindspel had gekozen. Hij had moeten afwikkelen naar twee dammen en twee schijven tegen de dam en twee stukken. Nu wat minder ver opgerukt. Dan zou hij in het fameuse eindspel van de Fransman, Scouppe, wel hebben gewonnen.
Van Stigt Thans – Damlust Gouda 8-8
Jitse Slump (1489) – Martijn van IJzendoorn (1537)1-1 5
Casper Remeijer (1404) – Friso Fennema (1347)0-2 4
Ron Heusdens (1461) – Teun van de Krol (1333)1-1 6
Rob Clerc (1501) – Ben Provoost (1419)1-1 1
Hein Meijer (1401) – Daaf Kasse (1306)1-1 7
Anatoli Gantvarg (1520) – Erno Prosman (1538)1-1 2
Frits Luteijn (1358) – Erik Hoogendoorn (1272)2-0 3
Anton van Berkel (1429) – Richard Mooser (1360)1-1 8
Van Stigt Thans 2 – Denk en Zet Culemborg 2-0 R